24 – augustus – 2016: De Nederlander staat bekend als “filet-eter”. Zo’n 65% van de kip die we in Nederland eten is kipfilet. Maar de balans verschuift. Steeds vaker wordt gekozen voor andere producten zoals de kippendij.
Nederlanders kiezen steeds vaker voor alternatieven voor de bekende kipfilet zoals dijvlees. De Nederlandse vleeskuikensector en supermarkten juichen dit toe en stimuleren deze beweging.
Een kip met 65% kipfilet bestaat niet. Dit betekent dat veel andere delen van de kip zoals bouten, vleugels en orgaanvlees worden geëxporteerd. Tegelijkertijd importeren we ook nog kip(filet), met name uit landen zoals Brazilië en Thailand. Deze kip wordt met name gebruikt voor verwerkte producten zoals diepvriessaté of broodbeleg.
Dat Nederlandse consumenten vaker kiezen voor andere delen van de kip is, gezien vanuit het perspectief van de duurzaamheid, zeer positief. Ondernemers in de vleeskuikensector staan dagelijks voor de uitdaging om alle delen van de kip zo goed mogelijk te verwaarden zodat geen enkel deel van de kip verloren gaat.
Lees hier meer over de consumptie van kip.