27-3-2017: uit een rapport van NEPLUVI, de vereniging van Nederlandse pluimvee verwerkende bedrijven, blijkt dat dat in 2016 de dalende trend in het Campylobacterniveau zich verder heeft doorgezet.
Campylobacter is een bacterie die voor kan komen in onder andere de natuur, op groenten en in het darmstelsel van dieren. Ook in het darmstelsel van kippen kan Campylobacter voorkomen. Kippen zelf worden niet ziek als ze deze bacterie bij zich dragen. Mensen hebben wel kans om er ziek van te worden, met name als ze hier grote hoeveelheden van binnenkrijgen. Kip is geen steriel product en daarom is het van belang dat mensen een goede keuken hygiëne toepassen bij de bereiding van kip. Hoewel theoretische modellen stellen dat er in bepaalde mate ziekte gevallen bij de mens optreden door (de bereiding van) pluimveevlees, is er bij een goede keukenhygiëne en bereiding nauwelijks kans om de Campylobacter besmetting via pluimveevlees op te lopen. Desalniettemin vindt de Nederlandse pluimveevleessector het haar verantwoordelijkheid om het Campylobacter niveau op pluimveevlees zo laag mogelijk te houden.
Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat als mensen aan lage hoeveelheden Campylobacter worden blootgesteld, dit hun weerstand tegen Campylobacter verhoogt. Omdat met name de hogere waarden een groter risico vormen voor Campylobacterbesmettingen bij de mens heeft de pluimveesector haar pijlen gericht op het verminderen van deze hoge waarden op pluimveevlees (> 1.000 kolonievormende eenheden (kve)/gram). Sinds de monitoring door NEPLUVI in 2009 voor in Nederland geproduceerd pluimveevlees is gestart, is het percentage gevonden Campylobacterniveau op eindproducten met waarden boven de 1.000 kve/gram gedaald van 9,8% in 2009 naar 3,9% in 2016.
Slachterijen proberen steeds om verbeteringen door te voeren in het slachtproces , bijvoorbeeld door de toevoeging van extra was-stappen in het slachtproces. Hoewel het lastig is te kwantificeren, zouden de extra maatregelen die in 2016 zijn genomen een gunstig effect gehad kunnen hebben. Wat duidelijk sterk samenhangt met de dalende prevalentie op eindproducten is de gelijklopende dalende trend van het aantal Campylobacter besmet aangevoerde koppels vleeskuikens aan Nederlandse slachterijen. Dit percentage was in 2011 53,0% en is gedaald naar 44,5% in 2016. Uit de Campylobacter rapportage 2016 van NEPLUVI blijkt dat slachterijen die relatief weinig positieve koppels aanvoeren, gemiddeld lagere Campylobacteraantallen op de geslachte eindproducten vinden.
Mensen kunnen aan Campylobacter worden blootgesteld als bijvoorbeeld groente en vlees onhygiënisch wordt bereid. De mens kan naast de consumptie van levensmiddelen ook via “andere transmissieroutes” aan Campylobacter worden blootgesteld, zoals door direct contact met dieren of via oppervlaktewater.
Vervolgonderzoek zal meer de focus leggen op het verminderen van Campylobacter positieve koppels. Hierdoor wordt niet alleen de kans verkleind dat vlees Campylobacter positief wordt, maar ook dat de mens via “andere transmissieroutes” aan Campylobacter wordt blootgesteld. Zo wordt bijvoorbeeld bekeken of het verbeteren van de bedrijfshygiëne en het plaatsen van vliegennetten besmetting van pluimvee kan voorkomen.
Peter Vesseur, algemeen secretaris van NEPLUVI, geeft aan trots te zijn op de bereikte resultaten in Nederland. “De beheersing van Campylobacter in Nederland is al jaren een speerpunt en dat werpt zijn vruchten af. We hebben hier een duidelijke voorloper positie in genomen. In andere lidstaten van de Europese Unie neemt de aandacht toe en in enkele lidstaten worden ook mogelijkheden voor verdere verbetering onderzocht. Ons streven is om nog meer te bereiken en de aandacht voor aanpak op het pluimveebedrijf kan daar een belangrijke volgende stap bij zijn.”
Bron: NEPLUVI
Foto: Marel Stork Poultry Processing