Broederijen
Over de vleeskuikensector
Broederijen
De broedeieren die op de fok- en vermeerderingsbedrijven worden gelegd worden in geconditioneerde vrachtwagens naar de broederij gebracht.
De eieren worden gecontroleerd en op broedlades gelegd. Hierna worden de eieren ontsmet. Daarna gaan ze 18 dagen in een voorbroedkast met optimale omstandigheden. Dit is belangrijk omdat deze omstandigheden bepalend zijn voor de hoeveelheid eieren die uitkomt en het gewicht van de kuikentjes als ze uitkomen. De eieren worden elk uur gekanteld zodat het kuiken in het midden van het ei blijft liggen. Na 18 dagen worden de eieren door medewerkers ‘geschouwd’. Ze kijken of het ei een volgroeid kuiken bevat of niet, sommige eieren zijn namelijk niet bevrucht en soms overleeft een embryo het broedproces niet.
De eieren met een levend embryo worden naar een nabroedkast gebracht waar ze na 3 dagen uitkomen. De kuikens worden geteld en eventueel gevaccineerd. In klimaat gecontroleerde vrachtwagens worden de kuikens van de broederijen naar het vleeskuikenbedrijf vervoerd.
Een misverstand is dat de haantjes na het uitkomen meteen worden gedood. Dat is niet waar, zowel de hennetjes als de haantjes gaan naar de vleeskuikenbedrijven. Wat nieuw is in het Nederlandse bedrijfsleven zijn de uitkomstkasten waar de kuikentjes meteen kunnen eten en drinken. Door dit “early feeding” idee kunnen de kuikens de natuurlijke reserves in de dooierzak gebruiken voor de ontwikkeling van hun weerstand. Het voer wat ze eten is voor de groei. In Nederland maken al verschillende broederijen gebruik van dit systeem.