Beleid
Over de vleeskuikensector
Beleid Diergezondheid
Het beleid voor de diergezondheid kunnen we opsplitsen in drie onderdelen die met elkaar samenhangen: preventie, monitoring en bestrijding/behandeling.
Over de vleeskuikensector
Preventie:
Om de gezondheid van vleeskuikens te garanderen is goede hygiëne heel belangrijk. Dit voorkomt dat ziektekiemen – of het nu virussen of bacteriën zijn – een stal binnendringen of dat besmetting tussen bedrijven plaatsvindt.
Voor het bewaken van de hygiëne gelden een aantal maatregelen:
- Stallen zijn alleen toegankelijk voor personen die daar echt moeten zijn. Bij het betreden gelden strenge voorzorgsmaatregelen, zoals het wisselen van schoenen en kleding. In de voorruimte bevindt zich een ‘hygiënebarrière’, met een scheiding tussen het “vuile” en “schone” deel.
- Nadat de vleeskuikens zijn afgevoerd worden de stallen iedere keer grondig gereinigd en ontsmet met desinfectiemiddelen tegen bacteriën en virussen.
- Sinds 1 augustus 2015 voeren pluimveehouders die deelnemen aan IKB ieder jaar een verplichte hygiënescan uit. Aan de hand van een vragenlijst krijgt het bedrijf een indruk van de hygiënestatus en suggesties voor verbetering.
Een andere belangrijke preventieve maatregel is vaccinatie, dit krijgen de dieren via drinkwater of met een spray-verneveling. Gevaccineerde kuikens ontwikkelen een mate van bescherming (antilichamen) tegen dierziekten. Helaas bestaat niet tegen alle ziekten een vaccin. Dit is bij vogelgriep het geval. Een ander probleem is dat belangrijke exportbestemmingen geen kippen accepteren die zijn gevaccineerd tegen bepaalde ziekten.
Over de vleeskuikensector
Monitoring:
Om snel dierziekten te kunnen ontdekken is een goede monitoring belangrijk. Zowel in een bedrijf, zodat bij besmetting snel kan worden ingegrepen maar ook in de hele sector. Een uitbraak op één bedrijf kan grote gevolgen hebben voor de hele keten.
De vleeskuikenhouder zorgt zelf voor monitoring. Deze bestudeert het gedrag van de kuikens op ziektekenmerken en technische gegevens zoals groei en voer- en wateropname. Het early warning systeem (EWS) verplicht pluimveehouders om onder andere hoge sterfte te melden bij de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). Bij opvallend minder eten en drinken (>5%) zijn zij verplicht dit te melden aan de dierenarts.
Ook zijn vleeskuikenhouders verplicht om regelmatig monsters op te sturen. Deze worden onder andere gecontroleerd op vogelgriep en of de dieren gevaccineerd zijn tegen Newcastle disease.
Recente informatie over dierziektes is belangrijk om, bijvoorbeeld, als het nodig is aanvullende maatregelen te treffen. De Gezondheidsdienst voor Dieren verzamelt en analyseert alle beschikbare gegevens over de stand van zaken en rapporteert hier regelmatig over.
Over de vleeskuikensector
Bestrijding/behandeling:
Hoe een probleem met de diergezondheid wordt aangepakt verschilt per ziekte.
Bij ‘meldingsplichtige’ ziekten, zoals vogelgriep, zorgt de overheid voor de bestrijding. Met wettelijk opgelegde maatregelen wordt zo voorkomen dat besmettelijke ziektes een risico vormen voor mens en/of dier. Maatregelen kunnen zijn het (preventief) doden van pluimvee maar ook het instellen van controle- en beschermingsgebieden en het verbieden van het vervoer van deze dieren.
Bij ‘niet-meldingsplichtige’ dierziekten gaat de vleeskuikenhouder samen met de dierenarts opzoek naar de juiste behandeling. Dit kan bijvoorbeeld zijn het aanpassen van de klimaatinstellingen in de stal of het toedienen van vitaminen, enzymen of organische zuren. Antibiotica wordt alleen toegepast als het noodzaak is, en alleen op recept van
de dierenarts.