Energie en water
Over de vleeskuikensector
Energie en water
In 2010 heeft de pluimveesector het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren ondertekend. Hierin heeft de sector beloofd om het energieverbruik in 2020 te verminderen en over te gaan op tenminste 20% duurzame energie. Het totale energieverbruik is de afgelopen jaren licht gestegen maar het verbruik van fossiele energie is al sterk afgenomen.
Een groot deel van de mest wordt omgezet in energie en mineralen. Dit gebeurt in een biomassacentrale in Moerdijk. Hier wordt voldoende groene energie geproduceerd om een stad ter grootte van Den Bosch met stroom te voorzien. Er is dus ook geen mestoverschot in de pluimveesector. De verwachting is dat er de komende jaren flink zal worden bespaard op energie door warmtewisselaars.
Ook pluimveeverwerkende bedrijven willen hun energiegebruik terugdringen. In een overeenkomst met de overheid is het doel van 2% vermindering per jaar vastgelegd. Dit doel is tot nu toe ieder jaar gehaald. Meerdere bedrijven in de vleesverwerkende industrie hebben afgelopen MJA-3 periode deelgenomen aan het MJA-3 convenant. Het convenant diende als sectorafspraak met de overheid over energiegebruik en omhelsde afspraken met sectoren en haar leden over het reduceren van energie gebruik, ketenefficiency en proces efficiency en de inzet van duurzame energie. Deelnemers zette zich in de periode 2005-2020 in om 30% energie-efficiëntieverbetering te bereiken. Op grond van het Energieakkoord waren aanvullende afspraken gemaakt om in totaal 31 PetaJoule (PJ) aan finale energiebesparing te realiseren in de periode 2017-2020, waarbij tot en met 2019 al meer besparing was gerealiseerd (38,9 PJ) dan gepland.
Uit de sectorale meerjarendoelstelling, die nagenoeg volledig gerealiseerd is, blijkt dat de Nederlandse pluimvleesverwerkende industrie belangrijke duurzaamheidsslagen heeft gemaakt en er enorme stappen zijn gezet in de reductie van het energieverbruik, de reductie van de uitstoot van broeikasgassen en het bereiken van energie-neutrale productie. Dit leidt tot de productie van duurzame producten die licht verteerbaar zijn, veel goede bouwstoffen bevatten en daarnaast erg gewild en lekker zijn. De producten voldoen tevens aan de hoogste eisen op het gebied van voedselveiligheid wat komt door de nationale wetgeving, Europese wetgeving en bovenwettelijke (bedrijfs-)systemen. Een goede samenwerking tussen de sector, de Nederlandse- en Europese overheid blijft noodzakelijk om de duurzame koploperspositie van de Nederlandse sector te behouden en uit te breiden om ervoor te zorgen dat de groeiende vraag naar vlees op een zo efficiënt mogelijke en duurzame wijze ingevuld kan worden. De sector is vastbesloten om die positie in de toekomst nog verder te versterken.