De Nederlandse pluimveehouderij is internationaal koploper in de transitie naar duurzame productie. Zowel de legsector als de vleeskuikensector verduurzaamden afgelopen jaren in rap tempo.
Van de Nederlandse vleeskuikens is een derde van een traag groeiend ras en heeft extra leefruimte. En het einde van deze transitie is nog niet in zicht. Supermarkten zullen in 2023 overschakelen naar 1 ster Beter Leven vleeskuikens, met als verwacht gevolg dat de Nederlandse vleeskuikenstapel met 15 tot 25 procent daalt in komende vijf jaar. De komende jaren zullen vleeskuikenhouders zodoende moeten investeren in extra leefruimte. Het aandeel Beter Leven-kuikens groeit volgens verwachting van ABN AMRO in 2025 naar zo’n 60 tot 80 procent en het aandeel reguliere kuikens zal dalen naar 20 tot 40 procent. Bepalend hierin is het verdienmodel voor pluimveehouders alsmede de mogelijkheid om over te schakelen. De eerlijkheid gebied te zeggen dat de omschakeling naar diervriendelijke huisvestingssystemen ook enkele keerzijdes heeft. Zo is de CO2 footprint wat hoger dan regulier pluimveevlees, wat met name komt doordat de zogenaamde voederconversie hoger ligt. Gezien de ervaringen uit het verleden is de sector ervan overtuigd dat zij ook voor de opkomende concepten succesvolle stappen zullen blijven zetten, zodat ook voor deze producten de CO2 footprint verder daalt. Meer informatie treft u hier.